STATUTEN Nederlandse Oud Duitse Herdershonden Vereniging.
  
Artikel 1 Algemeen. 

1. De vereniging draagt de naam: Nederlandse Oud Duitse Herdershonden Vereniging. Afgekort: N.O.D.H.V. 
2. Zij is gevestigd te: Spijkenisse 
3. De vereniging is voor onbepaalde tijd aangegaan. Zij is opgericht op: 17 Mei 1998 te Bergen in de provincie Limburg

Artikel 2 Doel en middelen. 

De vereniging heeft ten doel: 
1. de instandhouding en verbetering van het Oud Duitse Herdershonden soort: 
2. de bevordering van de gezondheid en het welzijn van de tot deze soort behorende honden in het algemeen en het voorkomen en bestrijden van erfelijke gebreken binnen deze soort in het bijzonder; 
3. het bevorderen van het contact tussen fokkers en liefhebbers van de Oud Duitse Herdershond.  

Zij tracht dit doel te bereiken door:

1. het houden van vergaderingen en het organiseren van lezingen en cursussen: 
2. het organiseren van cursussen, examens en wedstrijden, op het gebied van het werken met honden; 
3. het organiseren van bijeenkomsten en shows van "Oud" Duitse Herdershonden; 
4. het geven van voorlichting over de aankoop, het houden, fokken en opvoeden van de Oudduitse Herdershond; 
5. het opstellen van plannen ter bestrijding van erfelijke gebreken binnen de soort en het treffen van maatregelen ter uitvoering van die plannen; 
6. het bijhouden van een register van raszuivere Oudduitse Herdershonden; 
7. het registreren van uitslagen van onderzoeken van tot het Oudduitse Herdershonden soort behorende honden, betreffende de aanwezigheid van erfelijke afwijkingen, een en ander met het doel, te komen tot een verantwoorde fokkerij van Oud Duitse Herdershonden. 
8. gegevens uit deze registratie aan derden te verstrekken en te publiceren; 
9. het uitgeven van een clubblad; 
10. het deelnemen aan het overleg binnen de georganiseerde kynologie (dit treed in werking op het moment dat de ODH een erkend ras wordt of een voorlopige registratie krijgt van de Raad van Beheer); 
11. al hetgeen verder aan het doel dienstbaar kan zijn, een en ander voor zover daarbij niet wordt gehandeld in strijd met de statuten en reglementen van de Raad van Beheer op kynologisch gebied in Nederland (zie ook art. 2 punt h en art. 3) of van de daarop gebaseerde uitspraken en voorschriften.   

Artikel 3 Aanvaarding rechtsmacht Raad van Beheer.

De vereniging aanvaardt, onverminderd het gestelde in artikel 48, de rechtsmacht van de Raad van Beheer op kynologisch gebied in Nederland en de werking van de door of namens de Raad van Beheer vastgestelde reglementen. Dit artikel treed in werking op het moment dat de "Oud" Duitse Herdershond een erkend ras wordt of een voorlopige registratie krijgt van de Raad van Beheer.  

Artikel 4 Verenigingsjaar.

Het verenigingsjaar valt samen met het kalenderjaar.  

Artikel 5 Leden. 

De leden van de vereniging worden onderscheiden in gewone leden en buitengewone leden. 
Gewone leden hebben alle rechten en plichten die de wet en deze statuten aan leden toekennen onderscheidenlijk opleggen. 
Buitengewone leden hebben deze rechten en plichten slechts voor zover deze statuten niet anders bepalen.   

Artikel 6 Gewone leden.

De gewone leden van de vereniging worden onderscheiden in algemene leden en ereleden. Algemene leden zijn de natuurlijke personen die de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt en als zodanig zijn toegelaten. Ereleden zijn de natuurlijke personen die zich voor de vereniging buitengewoon verdienstelijk hebben gemaakt en om die reden als zodanig zijn benoemd.  

Artikel 7 Buitengewone leden.  

1. De buitengewone leden van de vereniging worden onderscheiden in: 1. gezinsleden 2. jeugdleden. 
2. Gezinsleden zijn zij die met een lid getrouwd of daarmee duurzaam samenleven en die als zodanig zijn toegelaten. 
3. Jeugdleden zijn de natuurlijke personen die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt en als zodanig zijn toegelaten.    

Artikel 8 Ereleden. 

1. Ereleden worden door de ledenvergadering op voorstel van het bestuur of op schriftelijk voorstel van ten minste tien stemgerechtigde leden benoemd met een meerderheid van ten minste twee/derde van de ingebrachte stemmen. Zij betalen geen contributie. 
2. Indien een algemeen lid, gezinslid of jeugdlid tot erelid wordt benoemd, houdt hij met ingang van de dag volgende op zijn benoeming op algemeen lid, gezinslid of jeugdlid te zijn.   

Artikel 9 Gezinsleden. 

Gezinsleden ontvangen geen clubblad en betalen een verminderde contributie. Een gezinslid wordt van rechtswege algemeen lid met ingang van het verenigingsjaar volgende op het jaar waarin zijn of haar partner ophoudt lid te zijn. Indien de relatie met deze partner wordt ontbonden, kan het bestuur al dan niet op verzoek het gezinslidmaatschap omzetten in een algemeen lidmaatschap.   

Artikel 10 Jeugdleden.  

Jeugdleden kunnen slechts worden toegelaten met schriftelijke toestemming van een ouder of voogd. Jeugdleden hebben geen stemrecht en kunnen niet tot bestuurslid worden benoemd. Zij betalen een verminderde contributie. Een jeugdlid wordt van rechtswege algemeen lid met ingang van het verenigingsjaar volgende op het jaar waarin de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt.  

Artikel 11 Toelating van leden.

Het bestuur beslist over de toelating van algemene leden, gezinsleden en jeugdleden nadat zij zich als zodanig schriftelijk hebben aangemeld. Zij die door de Raad van Discipline voor de Kynologie zijn gediskwalificeerd kunnen gedurende de duur van hun diskwalificatie niet worden toegelaten. Het bestuur kan het besluit omtrent de toelating ten hoogste twee maanden aanhouden, indien de aanmelding voor het lidmaatschap minder dan twee maanden voor het houden van een ledenvergadering wordt ontvangen. Indien de toelating door het bestuur wordt geweigerd, staat daartegen binnen een maand na ontvangst van het bericht van weigering beroep op de ledenvergadering open. De ledenvergadering kan ook uit eigen beweging alsnog tot toelating besluiten.   

Artikel 12 Aanvang van het lidmaatschap. 

Het lidmaatschap van algemene leden, gezinsleden en jeugdleden vangt, onverminderd het bepaalde in artikel 9, tweede lid, en artikel 10, derde lid, aan met de dag volgende op hun toelating. Het lidmaatschap van ereleden vangt aan met de dag volgende op de aanvaarding van hun benoeming.  

Artikel 13 Einde van elk lidmaatschap.

Het lidmaatschap eindigt: 
1. door de dood van het lid; 
2. door opzegging door het lid; 
3. door opzegging door de vereniging; 
4. door ontzetting.   

Artikel 14 Opzegging door het lid. 

Opzegging door het lid geschiedt schriftelijk aan het bestuur. Het lidmaatschap eindigt, onverminderd het bepaalde in artikel 30, lid 4, met ingang van de dag die daarvoor bij de opzegging wordt vermeld, doch op zijn vroegst met ingang van de dag volgende op die, waarop de schriftelijke opzegging wordt ontvangen. Indien bij de opzegging geen tijdstip wordt vermeld, eindigt het lidmaatschap aan het einde van het verenigingsjaar waarin de opzegging plaatsvindt.  

Artikel 15 Opzegging door de vereniging.

Opzegging door de vereniging is slechts mogelijke indien: 
1. het lid zijn verplichtingen tegenover de vereniging niet nakomt; 
2. aan het lid door de Raad van Discipline voor de Kynologie bij onherroepelijke uitspraak een straf is opgelegd; 
3. om een andere reden van de vereniging redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.

De opzegging geschiedt door het bestuur.
  
In het geval, bedoeld in het eerste lid onder 1, wordt niet tot opzegging overgegaan dan nadat het lid schriftelijk op zijn verzuim is gewezen en hij gedurende een maand in de gelegenheid is gesteld om alsnog aan zijn verplichtingen te voldoen.

 
Het lid wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk en met opgave van redenen van het besluit tot opzegging in kennis gesteld. Daarbij wordt mededeling gedaan van de op grond van het vijfde lid bestaande beroepsmogelijkheid. Tegen het besluit tot opzegging staat binnen een maand na ontvangst van de in het vorige lid bedoelde mededeling beroep op de ledenvergadering open. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst in de uitoefening van alle aan het lidmaatschap verbonden rechten en in de uitoefening van een eventueel door het lid beklede bestuursfunctie. Het geschorste lid heeft echter wel toegang tot de ledenvergadering waarin het beroep wordt behandeld, en is bevoegd daarover het woord te voeren.  

Het lidmaatschap eindigt, onverminderd het bepaalde in artikel 30, lid 4, met ingang van de dag volgende op het verstrijken van de beroepstermijn of, indien beroep wordt ingesteld, onmiddellijk na het besluit tot verwerping van het beroep indien het lid aanwezig is in de vergadering waarin dit besluit wordt genomen, en anders met ingang van de dag volgende op die, waarop een schriftelijke mededeling van het besluit tot verwerping van het beroep is ontvangen.  

Een schorsing eindigt tegelijk met het lidmaatschap of, indien de ledenvergadering het beroep gegrond verklaart, tegelijk met het besluit van de ledenvergadering.  

Artikel 16 Ontzetting.  

Ontzetting is slechts mogelijk indien:
1. het lid handelt in strijd met, de wet, de statuten, reglementen of daarop gebaseerde besluiten van de vereniging; 
2. het lid de vereniging op onredelijke wijze benadeelt en/of door wederrechtelijk handelen schade toebrengt.   
De ontzetting geschiedt door het bestuur. Artikel 15, vierde tot en met zevende lid, is van overeenkomstige toepassing.   

Artikel 17 Organen. 

De vereniging kent; 
1. een bestuur; 
2. een ledenvergadering; 
3. een kascommissie; 
4. en eventueel een geschillencommissie.   

Artikel 18 Samenstelling bestuur. 

De ledenvergadering besluit, of het bestuur uit drie of uit vijf leden zal bestaan. De bestuursleden worden door de ledenvergadering uit de algemene leden, de ereleden en de gezinsleden benoemd. De ledenvergadering kan echter bepalen, dat de voorzitter buiten de leden kan worden benoemd. Degene aan wie door de Raad van Discipline voor de Kynologie de straf van diskwalificatie van zijn persoon is opgelegd, is gedurende de duur van deze diskwalificatie niet tot lid van het bestuur benoembaar. De voorzitter, de secretaris en de penningmeester kunnen als zodanig worden benoemd.   

Artikel 19 Voordrachten. 

De benoeming van bestuursleden geschiedt uit een of meer niet bindende voordrachten, behoudens het bepaalde in het zesde lid. Iedere voordracht heeft op een bepaalde vacature betrekking en vermeldt de naam van degene, door wiens aftreden de vacature wordt veroorzaakt. Iedere voordracht vermeldt voorts de naam van ten minste een kandidaat. Tot het opmaken van een voordracht zijn zowel het bestuur als tien stemgerechtigde leden bevoegd. Een voordracht van het bestuur wordt bij de oproeping voor de vergadering meegedeeld. Een voordracht van tien of meer stemgerechtigde leden moet ten minste een week voor de vergadering schriftelijk bij het bestuur worden ingediend. Is er voor een bepaalde vacature meer dan een voordracht, dan geschiedt de benoeming uit die voordrachten. Is er voor een bepaalde vacature geen voordracht opgemaakt, dan is de ledenvergadering voor de opvulling van die vacature vrij in haar keus.   

Artikel 20 Einde bestuurslidmaatschap.  

Het bestuurslidmaatschap eindigt: 
1. door het eindigen van het lidmaatschap van de vereniging. 
2. door periodieke aftreding. 
3. door bedanken. 
4. door ontslag. 
5. door oplegging van een straf als bedoeld in artikel 18, tweede lid.   

Het bestuurslidmaatschap eindigt in het geval, bedoeld in het eerste lid onder b, aan het einde van de in artikel 21, eerste lid, bedoelde ledenvergadering. In het geval, bedoeld in het eerste lid onder c, eindigt het bestuurslidmaatschap op het door het bedankende bestuurslid genoemde tijdstip. In alle overige gevallen eindigt het met onmiddellijke ingang.   

Artikel 21 Periodieke aftreding.  

Ieder jaar treden op de jaarlijkse ledenvergadering twee of drie bestuursleden af volgens een door het bestuur op te maken en zo nodig te wijzigen rooster. Dit rooster wordt zodanig opgemaakt, dat ieder bestuurslid uiterlijk drie jaar na zijn benoeming aftreedt, waarbij onder een jaar wordt verstaan de periode tussen twee op een volgende jaarlijkse ledenvergaderingen; de voorzitter, de secretaris en de penningmeester zo mogelijk in verschillende jaren, maar in ieder geval nimmer alle drie gelijktijdig aftreden; zij die in een tussentijdse vacature zijn benoemd, zo mogelijk op het rooster de plaats van hun voorganger innemen. Volgens rooster aftredende bestuursleden kunnen terstond worden herbenoemd.   

Artikel 22 Schorsing en ontslag. 

Elk bestuurslid kan te allen tijde door de ledenvergadering worden ontslagen of geschorst. Een schorsing die niet binnen drie maanden wordt gevolgd door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn.   

Artikel 23 Vervulling tussentijdse vacatures.  

Indien in het bestuur een of meer vacatures zijn ontstaan, blijft het bestuur bevoegd. Het bestuur is verplicht, de vervulling van de open plaats of de open plaatsen voor de eerstvolgende ledenvergadering te agenderen. Zodra echter het aantal zitting hebbende bestuursleden minder bedraagt dan het aantal vacatures, is het bestuur verplicht zo spoedig mogelijk een ledenvergadering ter voorziening in die vacatures te beleggen.  

Artikel 24 Bestuursfuncties.

Het bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester aan, voorziet in de vervanging van de voorzitter, de secretaris en de penningmeester in geval van verhindering of ontstentenis en verdeelt ook overigens de werkzaamheden over zijn leden. De functies van voorzitter, secretaris en penningmeester zijn onverenigbaar. Op vervanging in geval van verhindering of ontstentenis is het bepaalde in het tweede lid niet van toepassing.   

Artikel 25 Bestuurstaak en bevoegdheden; verantwoordelijkheid van bestuurders.  

Behoudens de beperkingen van de statuten is het bestuur belast met het besturen van de vereniging. Het richt zich daarbij naar de aanwijzingen betreffende de algemene lijnen van het te volgen beleid, zoals die door de ledenvergadering in de begroting of op andere wijze worden gegeven. Het bestuur is, mits met voorafgaande goedkeuring van de ledenvergadering, bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen. De bevoegdheid tot vertegenwoordiging die het gezamenlijk bestuur toekomt is beperkt tot een bedrag van 3000,00. Voor elke vertegenwoordigingshandeling van het bestuur die het bedrag van € 1000,00 te boven gaat, is een goedkeuringsbesluit van de leden vergadering vereist. De bevoegdheid tot vertegenwoordiging die een door het bestuur overeenkomstig artikel 27 gemandateerd bestuurslid toekomt, dan wel van een afzonderlijk bestuurslid, is beperkt tot een bedrag van € 500,00. De bevoegdheid van een door het bestuur overeenkomstig artikel 27 gedelegeerde commissie, is beperkt tot een bedrag van € 200,00. Ieder lid van het bestuur is tegenover de vereniging gehouden tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak. Indien het een aangelegenheid betreft die tot de werkkring van twee of meer bestuurders behoort, is ieder van hen voor het geheel aansprakelijk ter zake van een tekortkoming, tenzij deze niet aan hem is te wijten en hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden.   

Artikel 26 Besluitvorming bestuur. 

Alle besluiten worden door het bestuur genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen, tenzij de statuten anders bepalen. Bij staking van stemmen geeft de stem van de voorzitter de doorslag, tenzij het bestuur besluit de zaak tot de volgende vergadering aan te houden. Om te kunnen besluiten moet ten minste de helft van het aantal bestuursleden, eventuele vacatures niet meegerekend, aanwezig zijn, tenzij het zaken betreft die geen uitstel gedogen. In afwijking van hetgeen de wet daarover bepaalt, is het oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van een stemming en de inhoud van een genomen besluit niet beslissend.   

Artikel 27 Mandatering en delegatie van bestuurstaken en bevoegdheden. 

Het bestuur kan de uitvoering onderscheidenlijk uitoefening van bepaalde taken en bevoegdheden mandateren, dwz om in naam van het bestuur besluiten te nemen, aan een of meer van zijn leden. Het bestuur kan daarbij met betrekking tot deze uitvoering en uitoefening richtlijnen en aanwijzingen geven. Het bestuur kan de uitvoering onderscheidenlijk uitoefening van bepaalde taken en bevoegdheden delegeren, dwz het overdragen van bevoegdheden aan een ander die deze onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent, aan een door het bestuur ingestelde commissie. Het bestuur kan daarbij met betrekking tot deze uitvoering en uitoefening richtlijnen geven. De richtlijnen en aanwijzingen mogen niet in strijd zijn met de wet, met deze statuten of met een reglement als bedoeld in artikel 43. Bij mandatering aan een of meer bestuursleden wordt steeds in de eerstvolgende bestuursvergadering verslag uitgebracht van hetgeen is verricht. Mandatering en delegatie dienen schriftelijk te geschieden, besluiten tot mandatering en delegatie worden door het voltallige bestuur genomen met eenparigheid van stemmen.   

Artikel 28 Vertegenwoordiging. 

De bevoegdheid om de vereniging in en buiten rechte te vertegenwoordigen, komt toe aan: 
1. het bestuur.
2. de voorzitter en de secretaris, gezamenlijk handelend. 
3. de voorzitter en de penningmeester, gezamenlijk handelend. 
4. de secretaris en de penningmeester, gezamenlijk handelend.   

Bij verhindering of ontstentenis van een in het eerste lid genoemde functionaris kan deze ten behoeve van de daar bedoelde vertegenwoordiging niet vervangen worden door een op grond van artikel 24 aangewezen vervanger.   

Artikel 29 Geldmiddelen.

De inkomsten van de vereniging bestaan uit: 
1. contributies. 
2. cursusgelden. 
3. inschrijf- en entreegelden voor shows. 
4. schenkingen, legaten en erfstelling.
5. overige baten.   

Artikel 30 Contributie. 

De leden, met uitzondering van de ereleden, zijn aan de vereniging een jaarlijkse contributie verschuldigd, waarvan het bedrag door de ledenvergadering wordt vastgeld. Het bedrag van de contributie van gezinsleden en jeugdleen wordt bepaald op een gedeelte van de contributie van algemene leden. Dit gedeelte kan voor elk van de genoemde categoriën verschillend zijn. Eenmaal vastgestelde bedragen blijven van kracht totdat zij door de ledenvergadering worden gewijzigd. Een wijziging werkt ten hoogste terug tot de aanvang van het verenigingsjaar waarin zij wordt vastgesteld. Wanneer het lidmaatschap van een lid in de loop van het verenigingsjaar eindigt, blijft desondanks de contributie over het gehele jaar verschuldigd. Het bestuur kan in bijzondere gevallen, al dan niet voor een bepaalde termijn, gehele of gedeeltelijke vrijstelling van het betalen van contributie verlenen.   

Artikel 31 Begroting. 

Het bestuur legt jaarlijks aan de ledenvergadering een begroting van inkomsten en uitgaven ter vaststelling voor op een zodanig tijdstip, dat deze begroting behandeld kan worden vóór de aanvang van het betreffende verenigingsjaar of uiterlijk op de in dat jaar te houden jaarlijkse ledenvergadering. De ontwerp-begroting wordt aan de stemgerechtigde leden en de jeugdleden ten minste drie weken vóór de ledenvergadering toegezonden, al dan niet door publikatie in het clubblad. Het bestuur is niet bevoegd tot het aangaan van verplichtingen als daardoor de begrotingspost ten laste waarvan de betreffende uitgaven moeten worden gebracht, met meer dan tien procent zou worden overschreden of het totale financiële resultaat van het betreffende verenigingsjaar daardoor ongunstiger zou worden dan in de begroting werd voorzien. Indien evenwel de begroting niet wordt vastgesteld vóór de aanvang van het betreffende verenigingsjaar, dan is het bestuur gedurende iedere maand die geheel of gedeeltelijk aan die vaststelling, voorafgaat, bevoegd tot het aangaan van verplichtingen tot ten hoogste een/twaalfde gedeelte van de betreffende post van de ontwerp-begroting.  

Artikel 32 Jaarverslag.

Het bestuur brengt jaarlijks een schriftelijk jaarverslag uit over de gang van zaken in de vereniging en over het gevoerde beleid in het afgelopen verenigingsjaar. Dit verslag wordt uitgebracht op een zodanig tijdstip, dat het behandeld kan worden op de eerste jaarlijkse ledenvergadering na afloop van dat verenigingsjaar. Het jaarverslag wordt door alle leden van het bestuur ondertekend. Ontbreekt de ondertekening van een of meer hunner, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt. Artikel 31, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.   

Artikel 33 Boekhouding. 

Het bestuur houdt van de vermogenstoestand van de vereniging zodanige aantekeningen, dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend. Het bestuur bewaart de in het eerste lid bedoelde bescheiden gedurende tien jaren. 

Artikel 34 Rekening en verantwoording. 

Het bestuur maakt jaarlijks een balans en een staat van de baten en de lasten van de vereniging over het afgelopen verenigingsjaar op en legt deze met een toelichting ter goedkeuring aan de leden vergadering over op een zodanig tijdstip, dat zij behandeld kunnen worden op de eerste jaarlijkse ledenvergadering na afloop van het verenigingsjaar. Artikel 31, tweede lid, en artikel 32, tweede lid, zijn van overeenkomstige toepassing. Goedkeuring van de balans en de staat van baten en lasten door de leden vergadering strekt het bestuur tot decharge voor al hetgeen daaruit blijkt. Artikel 33, tweede lid, is van toepassing.   

Artikel 35 Kascommissie. 

De ledenvergadering benoemt jaarlijks uit de stemgerechtigde leden een kascommissie van ten minste twee leden. Tegelijkertijd worden zo mogelijk ten minste twee plaatsvervangende leden benoemd, die de leden bij ontstentenis vervangen. De leden en de plaatsvervangende leden mogen geen deel van het bestuur uitmaken. Aftredende leden kunnen terstond worden herbenoemd, tenzij zij reeds vier jaar zitting hebben. De kascommissie onderzoekt de balans en de staat van baten en lasten en brengt aan de ledenvergadering schriftelijk of mondeling verslag van haar bevindingen uit. Het bestuur stelt de kascommissie in staat, haar onderzoek tijdig voor de jaarlijkse ledenvergadering te verrichten en is verplicht de commissie ten behoeve van haar onderzoek alle door haar gevraagde inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te tonen en inzage van de boeken en bescheiden van de vereniging te geven. Indien het onderzoek bijzondere boekhoudkundige kennis vereist, dan kan de commissie zich op kosten van de vereniging door een deskundige doen bijstaan. De leden van de kascommissie kunnen te allen tijde door de ledenvergadering worden ontslagen, maar slechts tegelijk met de benoeming van andere leden.   

Artikel 36 De ledenvergadering.

Aan de ledenvergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan andere organen zijn opgedragen. Jaarlijks wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval uiterlijk vier maanden na afloop van het voorafgaande verenigingsjaar, een ledenvergadering gehouden. In deze jaarlijkse ledenvergadering komen in ieder geval aan de orde: 
1. het jaarverslag, bedoeld in artikel 32. 
2. de balans en de staat van baten en last, bedoeld in artikel 34. 
3. het verslag van de kascommissie, bedoeld in artikel 35, de benoeming van een kascommissie voor het onderzoek van de balans en de staat van baten en lasten over het lopende verenigingsjaar. 
4. de begroting, bedoeld in artikel 31, tenzij deze al is vastgeld. 
5. de voorziening in bestuursvacatures.   

De ledenvergadering kan de in het tweede lid genoemde termijn verlengen, van vier tot zes maanden. Andere ledenvergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur dat wenselijk vindt of ten minste tien stemgerechtigde leden dan wel, indien dat minder is, ten minste een tiende deel der stemgerechtigde leden dat verzoeken. Bij het verzoek worden de te behandelen onderwerpen, die op de agenda moeten worden vermeld, duidelijk aangegeven. Schriftelijke voorstellen aan de ledenvergadering van ten minste zoveel stemgerechtigde leden als in het vorige lid worden bedoeld, worden op de agenda van de eerstvolgende ledenvergadering vermeld indien zij ten minste zes weken vóór die ledenvergadering bij het bestuur zijn ingediend. Zij worden met een pre-advies van het bestuur ten minste drie weken voor de ledenvergadering aan de leden toegezonden, al dan niet door publicatie in het clubblad.   

Artikel 37 Bijeenroeping. 

1. De ledenvergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur middels het clubblad of een speciaal daarvoor uitgegeven nieuwsbrief. 
2. De leden worden, behoudens in het geval bedoeld in het vierde lid, ten minste drie weken tevoren opgeroepen door toezending van een agenda, die desgewenst in het clubblad kan worden opgenomen.   

De agenda vermeldt plaats, datum en aanvangstijdstip van de vergadering, alsmede de te behandelen agendapunten. Indien ingevolge artikel 36, vierde lid, op verzoek van een aantal leden een ledenvergadering moet worden gehouden, is het bestuur verplicht die vergadering uit te schrijven binnen veertien dagen na ontvangst van het verzoek en op een termijn van niet langer dan vier weken na indiening van het verzoek. Indien hieraan geen gevolg wordt gegeven kunnen de verzoekers zelf tot bijeenroeping overgaan, hetzij overeenkomstig het tweede lid van dit artikel, hetzij door middel van een advertentie in ten minste één landelijk veel gelezen dagblad.   

Artikel 38 Toegang en stemrecht.

Alle leden, met uitzondering van geschorste leden, hebben, behoudens het bepaalde in artikel 15, vierde en zesde lid, toegang tot de ledenvergadering en stemrecht. Jeugdleden hebben echter geen stemrecht. Indien de voorzitter buiten de leden is benoemd, heeft deze wel toegang tot de ledenvergadering, maar geen stemrecht. Over toelating van andere dan de in het eerste lid bedoelde personen beslist het bestuur. Een lid kan niet iemand anders machtigen, het stemrecht namens hem uit te oefenen. Ieder stemgerechtigd lid kan ter vergadering het woord voeren, voorstellen doen en amendementen indienen, behoudens de beperkingen die bij huishoudelijk reglement aan de uitoefening van deze rechten worden gesteld.   Het lid kan als het bestuur dit noodzakelijk acht ook digitaal stemmen, via een beveiligde omgeving. Het lid wordt dan via een persoonlijke mail uitgenodigd om digitaal te stemmen.

Artikel 39 Voorzitterschap en notulering. 

De ledenvergaderingen worden geleid door de voorzitter of zijn plaatsvervanger. Is de voorzitter afwezig en heeft het bestuur niet in zijn vervanging voorzien, dan voorziet de vergadering zelf in het voorzitterschap. Van het verhandelde in een ledenvergadering wordt door de secretaris of zijn plaatsvervanger beknopte notulen opgemaakt. Is de secretaris afwezig en heeft het bestuur niet in zijn vervanging voorzien, dan wijst de voorzitter een notulist aan. De notulen worden door de voorzitter en de notulist vastgesteld en ondertekend. Bij een verschil van inzicht over de inhoud van de notulen tussen de voorzitter en de notulist worden de notulen door het bestuur vastgesteld. Bij toepassing van artikel 37, vierde lid laatste volzin, kunnen de verzoekers anderen dan bestuursleden belasten met de leiding der vergadering en het opstellen der notulen. De vastgestelde notulen worden, door publicatie in het clubblad of op andere wijze, zo spoedig mogelijk ter kennis van de leden gebracht.   

Artikel 40 Besluitvorming. 

Voor zover de wet of de staturen niet anders bepalen, worden alle besluiten van de ledenvergadering genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Blanco en ongeldige stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht. Alle stemmingen over de aanwijzing of benoeming van personen geschieden schriftelijk. Alle overige stemmingen geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of ten minste vijf stemgerechtigde leden dat vóór de stemming verlangen. Een schriftelijk stemming geschiedt met ongetekende briefjes. Indien niemand stemming verlangt wordt het besluit bij acclamatie genomen. Indien mondelinge stemming moet plaatsvinden, dan kan de voorzitter besluiten tot stemming bij handopsteken, tenzij één der stemgerechtigde leden stemming bij hoofdelijke oproeping verlangt. Ook kan de voorzitter alsnog tot stemming bij hoofdelijke oproeping besluiten, indien hij bij de stemming bij handopsteken de uitslag der stemming niet kan vaststellen. Indien schriftelijke stemmingen over verschillende aanwijzingen, benoemingen of zaken moeten plaatsvinden, dan kunnen deze stemmingen gecombineerd worden mits de stembriefjes zodanig zijn ingericht, dat verwarring redelijkerwijs niet mogelijk is. Evenwel moeten afzonderlijke stemming worden gehouden indien ten minste vijf stemgerechtigde leden dat verlangen. Indien de stemmen staken over een voorstel niet rakende de benoeming of aanwijzing van personen, dan is het voorstel verworpen.  

Artikel 41 Stemmingen over personen. 

Indien bij een aanwijzing of benoeming van een persoon niemand de volstrekte meerderheid heeft gekregen, dan heeft een tweede stemming plaats, tenzij tussen twee personen is gestemd. Heeft dan wederom niemand de volstrekte meerderheid verkregen, dan vinden herstemmingen plaats totdat hetzij één persoon de volstrekte meerderheid heeft verkregen, hetzij tussen twee personen is gestemd en de stemmen staken. Bij de in het tweede lid bedoelde herstemmingen wordt telkens gestemd tussen de personen op wie bij de voorafgaande stemming kon worden gestemd, met uitzondering van de persoon op wie bij die voorgaande stemming de minste stemmen zijn uitgebracht. Zijn bij die stemming de minste stemmen op meer dan één persoon uitgebracht, dan wordt door loting uitgemaakt op wie van die personen bij de volgende stemming geen stemmen meer kunnen worden uitgebracht. Indien bij een stemming tussen twee personen de stemmen staken, dan beslist het lot wie van beiden is aangewezen of benoemd.  

Artikel 42 Vaststelling besluitvorming.

Het in de ledenvergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter over de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het in het eerste lid bedoelde oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meerderheid der vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigd lid dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.   

Artikel 43 Reglementen.

De ledenvergadering kan een huishoudelijk reglement en andere reglementen vaststellen, waarvan de bepalingen niet in strijd mogen zijn met en niet mogen afwijken van de wet, ook waar die geen dwingend recht bevat, of van deze statuten. Voorstellen voor een huishoudelijk reglement of wijzigingen daar op worden ingediend door of vanwege het bestuur of bij wijze van initiatief door de leden vergadering. Indien de reglementen van de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland verlangen dat een huishoudelijk reglement of een ander reglement aan de goedkeuring van de Raad van Beheer wordt onderworpen, dan treedt niet in werking alvorens die goedkeuring is verkregen. Hetzelfde geldt voor wijziging van dat reglement. De ledenvergadering kan een reglement te allen tijde wijzigen, mits aan de in statuten en huishoudelijk reglement gestelde eisen voor de besluitvorming en de voorbereiding daarvan is voldaan. Ook de ledenvergadering kan echter geen besluiten nemen in strijd met een reglement.   

Artikel 44 Geschillencommissie.

Het bestuur kan een geschillencommissie benoemen, bestaande uit een voorzitter en twee leden, die geen lid van het bestuur zijn en als onpartijdig en onkreukbaar bekend staan. De voorzitter dient zo mogelijk daarenboven de hoedanigheid van meester in de rechten te bezitten. Een benoeming als bedoeld in het eerste lid is pas van kracht, nadat deze door de ledenvergadering is bekrachtigd bij een met een meerderheid van ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen genomen besluit. De leden van de geschillencommissie treden na drie jaar af. Zij kunnen terstond worden herbenoemd. Het lidmaatschap van de commissie eindigt voorts door overlijden of bedanken. De leden kunnen niet worden ontslagen. Het einde van het lidmaatschap van de vereniging heeft niet het einde van het lidmaatschap van de commissie tot gevolg. De geschillencommissie is op schriftelijk verzoek van de meest gerede partij bevoegd kennis te nemen van alle geschillen tussen het bestuur en een of meer bestuursleden en tussen bestuursleden en/of leden onderling, indien door het voortbestaan van een dergelijk geschil de sfeer binnen de vereniging is verstoord of driegt te worden verstoord, dan wel de goede gang van zaken binnen de vereniging anderszins wordt geschaad of dreigt te worden geschaad. De ledenvergadering kan besluiten, dat de geschillencommissie voor de behandeling van toekomstige beroepen tegen een weigering van toelating als bedoeld in artikel 11, tegen een opzegging van het lidmaatschap als bedoeld in artikel 15 en tegen een opzegging uit het lidmaatschap als bedoeld in artikel 16, voor de ledenvergadering in de plaats treedt. De ledenvergadering kan een dergelijk besluit voor toekomstige beroepen ook weer intrekken. De geschillencommissie doet in het geschil uitspraak na behoorlijk onderzoek en oproeping, althans schriftelijk raadpleging, van alle betrokkenen. Zij bepaald verder zelf de loop van de procedure. De leden van de vereniging verstrekken aan de commissie alle door haar verlangde inlichten. De commissie kan op kosten van de vereniging deskundigen raadplegen, indien zij daaraan behoefte heeft. De schriftelijke uitspraak van de commissie wordt onverwijld aan het bestuur en aan alle betrokkenen toegezonden. Het bestuur en alle betrokken zijn verplicht, naar de uitspraken van de commissie te handelen.   Artikel 45 Aansprakelijkheid.  De vereniging is tegenover haar leden niet aansprakelijk voor enige schade, ontstaan tijdens vanwege de vereniging georganiseerde bijeenkomsten, cursussen of evenementen, van welke aard dan ook, en evenmin voor enige schade ten gevolge van door de vereniging verleende adviezen of door welke oorzaak dan ook. In een eventuele procedure zal uiteindelijk de rechter moeten uitmaken of het in dit artikel neergelegde uitgangspunt in een concreet geval in overeenstemming is met de redelijkheid en billijkheid die tussen vereniging en leden in acht genomen moet worden.   


Artikel 46 Statutenwijziging.  

1. Deze statuten kunnen, onverminderd het bepaalde in de volgende leden, slechts worden gewijzigd bij een met ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen genomen besluit van de ledenvergadering, waarin ten minste twee/derde van de stemgerechtigde leden aanwezig is. Indien niet twee/derde van de stemgerechtigde leden aanwezig is, dan wordt binnen zes weken een tweede ledenvergadering gehouden over het voorstel zoals dat in de vorige vergadering aan de orde is geweest. In die vergadering kan ongeacht het aantal aanwezige stemgerechtigde leden worden besloten, mits met een meerderheid van ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen. 
2. Een afschrift van het voorstel tot statutenwijziging, waarin de voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen, wordt ten minste vijf dagen voor de vergadering door hen die de oproeping tot de vergadering hebben gedaan, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage worden gelegd tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden. De leden worden van deze ter-inzage-legging op de hoogte gesteld. 
3. Voorts wordt het voorstel tot statutenwijziging hetzij tegelijk met de in artikel 37 bedoelde agenda aan alle leden toegezonden, al dan niet door publicatie in het clubblad, hetzij toegezonden aan alle leden die daarom verzoeken. In het laatste geval worden de leden van de mogelijkheid daartoe in kennis gesteld.   

Artikel 47 Ontbinding e.d. 

De vereniging kan slechts worden omgezet, gefuseerd of ontbonden door een met ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen genomen besluit van de ledenvergadering, waarin ten minste twee/derde van de stemgerechtigde leden aanwezig is. Zo niet dan wordt binnen zes weken een tweede ledenvergadering gehouden over het voorstel dat in de vorige vergadering aan de orde is geweest. In die vergadering kan ongeacht het aantal aanwezige stemgerechtigde leden worden besloten, mits met een meerderheid van ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen. Artikel 46, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing. Tegelijk met een besluit tot ontbinding wijst de ledenvergadering een andere kynologische vereniging aan, waaraan een eventueel batig saldo na vereffening zal toevallen. Ook kan de ledenvergadering een of meer anderen dan het bestuur met de vereffening belasten. De ledenvergadering belast een notaris in de vestigingsplaats van de vereniging met de vereffening van het vermogen van de vereniging indien het vermogen toereikend is om het honorarium van de notaris daaruit te voldoen. In geval het vermogen daartoe ontoereikend is, is het bestuur belast met de vereffening. De ledenvergadering kan in dit laatste geval een of meer anderen dan het bestuur met de vereffening belasten. 

Artikel 48 Toepasselijk recht en bevoegde rechter 

1. Op alle geschillen tussen de vereniging en de leden, en tussen de vereniging en derden, is het Nederlandse recht van toepassing. 
2. Alle geschillen tussen partijen zullen uitsluitend worden berecht door de bevoegde rechter te Rotterdam, tenzij de vereniging een andere bevoegde rechter aanwijst. 
3. Met betrekking tot kynologische geschillen wordt in eerste aanleg  toepassing gegeven aan het in artikel 3 gestelde.